Een hovenier met smaak
Maak kennis met de man die Best al dertig jaar een stukje groener maakt: hovenier Will de Kruijf. Zijn liefde voor het vak ontstond al vroeg. “Vanaf mijn negende jaar was ik vaak te vinden bij het tuincentrum naast mijn ouderlijk huis in Oirschot. Ze verkochten er, naast violen, ook andere planten. Na een tijdje kende ik bijna alle planten bij hun Latijnse naam. Daar is het zaadje geplant dat uiteindelijk leidde tot mijn keuze voor het hoveniersvak.”
Na de opleidingen Land- en Tuinbouw in Breda en tuinontwerp in Boskoop besloot Will al snel dat hij niet zijn hele leven in loondienst wilde werken. Te weinig doorgroeimogelijkheden en de drang naar vrijheid gaven de doorslag. In 1998 kocht hij een bus en aanhanger en begon voor zichzelf.
“Het hoveniersvak is hard werken. Je staat zeven dagen per week aan, werkt in de mooiste, maar ook in de slechtste weersomstandigheden. Maar het is een prachtig vak: elke dag anders, creatief, dankbaar en je ziet direct resultaat. Een mooi aangelegde tuin maakt mensen blij en geeft mij energie.”
Op het hoogtepunt van zijn bedrijf had hij maar liefst zeven medewerkers in dienst. Inmiddels werkt hij weer in zijn uppie, en dat bevalt hem prima.
Groen én muzikaal
Naast zijn groene passie is er ook ruimte voor muziek. Op zijn achttiende startte hij met zijn broer een band. Noten lezen kon hij niet, maar hij leerde zichzelf gitaar spelen. Dat de liefde hem via dit pad zou vinden, had hij niet verwacht. “De band RISK zocht een gitarist. Ik meldde me aan en ontmoette zangeres Astrid. Uiteindelijk stapten we samen in het huwelijksbootje.”
Meer dan tien jaar begeleidden ze samen bruiloften, missen en feesten. Tegenwoordig speelt Will in de band Challenge. “Gitaar spelen is mijn uitlaatklep. Iedere week repeteren we in een speciaal ingerichte ruimte. Dat sla ik nooit over.”
Wat mij fascineert: Will kan een nummer van de radio binnen vijf minuten meespelen. Hij legt uit dat de meeste liedjes uit slechts drie tot vijf akkoorden bestaan, alleen de melodielijn verschilt. Klinkt simpel, maar ik geloof dat ik me toch maar bij koken houd.
Favoriet gerecht: spinazieschotel
Wanneer ik vraag naar zijn favoriete gerecht, hoeft hij niet lang na te denken: spinazieschotel. “Voor het eerst gegeten bij mijn schoonzus Irene, inmiddels al 25 jaar geleden. En nog steeds staat het wekelijks op tafel.” Ik mocht proeven en ja, het smaakt verrukkelijk!
Will’s spinazieschotel
Benodigdheden
1 grote zak spinazie
2 uien
6 tomaten
Peper en zout
250 g oude of jonge kaas in schijfjes
250 g roomboter
6 tenen knoflook, fijngesneden
1 pot verse bieslook
2 afbakstokbroden
4 gemarineerde steaks van de Keurslager
100 g pijnboompitjes
Bereidingswijze
Verwarm de oven op 180 graden. Rooster de pijnboompitjes in een droge pan op laag vuur tot ze bruin zijn (let op, dit gaat snel!). Snipper de uien en fruit ze in een hapjespan. Voeg drie fijngesneden knoflooktenen toe en bak kort mee. Snijd de tomaten in blokjes en voeg ze toe. Kook de spinazie volgens de aanwijzingen op de verpakking. Laat goed uitlekken in een zeef en druk overtollig vocht eruit.
Verdeel de spinazie over de bodem van een ovenschaal, schep hier het ui-tomatenmengsel overheen en leg er de kaasplakjes op. Verdeel de pijnboompitjes over het geheel. Zet de schaal samen met de stokbroden circa negen minuten in de oven.
Maak intussen de kruidenboter: roer de roomboter los, voeg de rest van de knoflook en fijngesneden bieslook toe en meng tot een romige boter. Grill de steaks circa twee minuten tot medium-rare. Breng op smaak met peper en zout.
Serveer met het stokbrood, de kruidenboter en het spinaziemengsel. Smakelijk!