Toen de woningbouw in het Wilhelminadorp goed op gang kwam, is besloten om een aantal straten te vernoemen naar verzetshelden uit de Tweede Wereldoorlog. Niet zo heel vreemd, want destijds, vlak na de oorlog, leefde die herinnering aan de vreselijke dagen van de bezetting nog zeer sterk. Vanwege het 75-jarige bestaan van het Wilhelminadorp publiceert Groeiend Best daarom een serie verhalen die de verzetshelden toelicht naar wie die straten zijn vernoemd. Ze zijn geschreven door Adrie Brands en eerder al gepubliceerd in het blad van de erfgoedvereniging ‘Dye van Best’. Vandaag deel 22: Jan Verleun en de Johannes Verleunstraat.
Johannes of Jan Verleun, geboren in een vroom katholiek gezin in Amsterdam op 13 augustus 1919, was een klein, tenger manneke. Op zijn negende wist hij al dat hij priester wilde worden. Na de lagere school ging hij naar het klein seminarie in St. Oedenrode. De leiding hier vond hem niet geschikt voor het priesterschap en hij verliet het seminarie op zijn 16e. Hij wilde toen graag in het leger maar verwachtte hiervoor afgekeurd te worden vanwege zijn klein postuur. Een half jaar deed hij rekoefeningen om de halve centimeter erbij te krijgen die hij te kort was. Dit lukte.
Begin van de oorlog
Zijn diensttijd van negen maanden werd verlengd met een half jaar vanwege de mobilisatie. Jan was bij het begin van de oorlog gelegerd bij Westervoort. Hier kwam het op 9 mei 1940 tot een treffen met de Duitsers die de IJssel over wilden steken. In een vuurgevecht raakte Jan ernstig gewond aan zijn arm, maar hij wist weg te komen. Toen hij na herstel ontslagen werd uit het ziekenhuis, ontmoette hij op weg was naar huis in de trein een soldaat die hem in contact bracht met de verzetsgroep CS-6.
Verzet
Op de zolder van zijn ouderlijk huis oefende hij met een luchtpistool. Al snel zat hij tot over zijn oren in het verzet. Hij bereidde aanslagen voor, stal stempels voor valse documenten, pleegde aanslagen op distributiekantoren en hielp onderduikers. Hij was betrokken bij het in brand steken van het Rembrandttheater, de Hollandse Schouwburg en het arbeidsbureau. Dit allemaal om de Duitsers dwars te zitten en propaganda en gedwongen arbeid in Duitsland tegen te werken.
Aanslagen en liquidaties
Jan Verleun is vooral bekend om de aanslagen die hij gepleegd heeft op vooraanstaande verraders en collaborateurs zoals een lid van Musserts kabinet, F.E. Posthuma, en luitenant-generaal b.d. Seyffardt, commandant van het vrijwilligerslegioen van de Nederlandse SS. Deze liquidaties brachten hem, als vroom katholiek, in grote gewetensnood. Hij moest hier over praten en hij deed dit met zijn zus.
Verraad
Door verraad werd een groot aantal verzetslieden van de CS-6 groep in oktober 1943 opgepakt en na gemarteld en verhoord te zijn, doodgeschoten. Jan Verleun werd op 4 november 1943, ook door verraad door de Duitsers opgepakt. Ook hij werd gemarteld en op 6 januari 1944 ter dood veroordeeld. Daags daarna is hij op de Maasdorpervlakte doodgeschoten.
De afscheidsbrieven die hij tijdens zijn gevangenschap, op wc-papier, schreef en door een cipier uit de gevangenis gesmokkeld werden, getuigen van een grote moed en overtuiging. Hij is ervan overtuigd dat hij met een gerust hart kan verschijnen voor ‘de Grote Rechter’, die hij tot in de dood gediend had.