Toen de woningbouw in het Wilhelminadorp goed op gang kwam, is besloten om een aantal straten te vernoemen naar verzetshelden uit de Tweede Wereldoorlog. Niet zo heel vreemd, want destijds, vlak na de oorlog, leefde die herinnering aan de vreselijke dagen van de bezetting nog zeer sterk. Vanwege het 75-jarige bestaan van het Wilhelminadorp publiceert Groeiend Best daarom een serie verhalen die de verzetshelden toelicht naar wie die straten zijn vernoemd. Ze zijn geschreven door Adrie Brands en eerder al gepubliceerd in het blad van de erfgoedvereniging ‘Dye van Best’. Vandaag deel 20: Jan de Rooy en de J.H. de Rooystraat.

Jan de Rooy, ook weer zo’n bijzondere man, of nog maar een jongen, toen hij stierf door de kogel van de bezetter. Hij werd geboren 20 augustus 1923 in Spang. Een rustige leerling vertelde de onderwijzer van zijn lagere school, gek op de geschiedenislessen die hij gaf. Zeer gelovig en vaderlandslievend, als zovelen in zijn dorp. Na de lagere school werkte hij enige tijd als postjongen bij een houthandel en later in een schoenfabriek in Kaatsheuvel.

Verzetsgroep Andre

In het begin van de oorlog werd Jan, gedwongen, in Duitsland te werk gesteld. Tijdens een kort verlof overwoog hij onder te duiken. Hij deed dit niet, omdat hij hiermee zijn familie in gevaar zou brengen. Tijdens een tweede verlof keerde hij echter niet terug en dook onder. In deze periode kwam hij in contact met de regionale verzetsgroep ‘Andre’.

Half december 1944 werd door de verzetsgroep besloten dat er iemand met een radiozender, vanuit het toen al bevrijde gebied, naar het nog bezette Dussen moest gaan om informatie over de troepenmacht van de Duitsers door te seinen. Jan de Rooy nam deze taak op zich, hij had geen gezin en was nog vrijgezel, was zijn redenatie. Hij seinde geregeld berichten door die van veel belang waren voor de geallieerden. Door zijn berichten konden de geallieerden een grote troepenmacht van de Duitsers uitschakelen. De Duitsers die begrepen dat er spionage in het spel was, ontdekten de radiozender in de schuur van een boerderij. Het boerengezin werd hier voor verantwoordelijk gesteld en voor de muur gezet. Jan de Rooy, die net terugkwam van een boodschap, hoorde onderweg wat er bij de boerderij aan de hand was. Hij had bij de installatie van de radiozender het boerengezin beloofd dat hij de verantwoording zou nemen als deze ontdekt werd. Jan de Rooy hield woord en meldde zich bij de Duitsers. Het boerengezin werd hierop vrij gelaten en Jan werd meegenomen naar Amsterdam. Hier werd hij stevig ondervraagd maar hij liet geen namen of andere informatie los. Op 6 januari 1945 werd hij door zijn beulen doodgeschoten. Toen zijn moeder het bericht van de dood van haar zoon kreeg, was ze diep geschokt en bedroefd. Maar toen zij hoorde dat hij zich vrijwillig aangeven had om het boerengezin te redden, zei ze, “Dan heeft hij een grote daad verricht.”