Deze week op 21 mei was het ‘de dag van de culturele diversiteit’, uitgeroepen door de Verenigde Naties om respect en begrip te vragen voor elkaars verschillen en te zoeken naar overeenkomsten. Dat is volgens de VN nodig om goed samen te kunnen leven. Pa en ma leerden ons al vroeg de kunst van het samenleven.
Door Berry van Oers
Verrijking
Wij kregen in Chaam voor het eerst te maken met culturele diversiteit toen de nieuwe wijken uit de grond werden gestampt. Toen er in die nieuwe huizen ook mensen van buiten Chaam kwamen wonen kon de culturele verrijking beginnen. Allerlei vreemde begrippen slopen Chaam binnen zoals ‘leuk’, ‘weekendje weg’ en ‘tot ziens’. Ook brachten de nieuwkomers hun eigen gebruiken mee zoals ‘op tijd komen’, ‘dingen recht in je gezicht zeggen’ en ‘de hond uitlaten’.
Concurrentie
De meeste nieuwe Chamenaren bleven hun eigen taal spreken. De ‘Chaomse Taol’ kreeg concurrentie. Geen ‘merreggevruug’ meer maar morgenochtend. Geen ‘grut’ meer maar grootmoeder. Geen ‘stekken’ meer maar wasknijpers. Geen ‘kaai’ meer maar kei. Geen ‘slaoi’ meer maar sla. Geen ‘kiep’ meer maar kip. Geen ‘verreken’ meer maar varken. Geen ‘kienkpuit’ meer maar kikker. Geen ‘bessem’ meer maar bezem. Geen ‘rengel’ meer maar regen. Geen ’errepels’ meer maar aardappelen.
Fratsen
Pa en ma leerden ons dat we niet bang hoefden te zijn voor vreemde fratsen. “Veurda ge naor een aander kekt motte irst naor oew eigen kijken”, zei pa altijd. Je moet ook eens wat van een ander durven aannemen. “Ge mot kunnen velen da een aander nie hetzelfde doet as gij”, zei pa dan. “Mar dan motten zullie ok kunnen hebben da wij het op z’n Chaoms blijven doen”, zei Tontje. “Mar det wul nog nie zeggen da gij nie gewòòn op tijd kunt kòmen”, zei de meester dan tegen Tontje die altijd een Chaams kwartiertje te laat kwam.
Verschillen
De kunst van het samenleven is niet zozeer het zoeken naar overeenkomsten maar eerder het praten over verschillen. Anders hebben we het alleen over waar we het over eens zijn en niet waarover we het eigenlijk zouden willen hebben en dan blijft het samenleven oppervlakkig. “Vraogt om te begiennen us aon een aander warrom ie doet zoas ie doet”, zei pa dan.
Kritiek
De kunst van het samenleven ligt in het kunnen uiten en het willen ontvangen van kritiek. “Ge hoeft ommes nie alles aaltij mar goed te veinen. Ge meut er best iets van zeggen”, zei pa dan. “Daor motten ze mar tegen kunnen net zoas gij er tegen mot kunnen as ze iets van jou zeggen”, legde ma uit. “Gooi nie gelijk oew kont tegen de krib, mar kekt ’t efkes aon”, zei pa. “Laach gerust mee aanderen, mar laach veural om oew eigen”, leerde ma ons.
Tips
Samenleven is een kunstje wat je kunt leren. Pa gaf ons zes tips mee om overeind te blijven in de snel veranderende Chaamse samenleving. “Ten irste: lèven en laoten lèven. Ten twidde: doeget op z’n Chaoms. Ten derde: bleft wie ge zet. Ten vierde: bent tevreeën mee oew eigen. Ten vefde: praot gerust Chaoms. Ten zesde: valt er een aander nie mee lastig!”