Voor de derde keer was Anita’s Kersthuis geopend, en daar kwamen weer veel mensen op af. Vol bewondering en verwondering keken bezoekers rond in de Oude Pastorie van Ulicoten, waar Anita en haar man Ad zo’n 27 jaar geleden zijn komen wonen.
Door Claudi Olieslagers
De in 1925 gebouwde pastorie staat pal naast de kerk en is nog authentiek met zijn glas-in-loodramen, tegeltjes en hoge ruimtes. Anita heeft een verzamelwoede, zoals ze zelf zegt. Ze struint al 35 jaar markten en kringloopwinkels af op zoek naar dat ene pareltje. “Je moet nooit zoeken,” zegt ze, “dan vind je niets. Maar soms loop je er gewoon tegenaan.” Eén item is volgens haar niet genoeg. “Eén is niet leuk,” vervolgt ze haar verhaal, “bij twee of drie wordt het pas interessant.”
In september wilde ze eigenlijk haar huis weer in kerstsfeer brengen, maar dat vond ze nog te vroeg. Dus besloot ze eerst de kozijnen en muren te schilderen en de zwarte vloer op te schuren en in originele staat te brengen. Anita zit blijkbaar niet graag stil en is altijd bezig met haar huis. In oktober kon ze eindelijk aan de slag met haar Kersthuis. Eén voor één komen dan de dozen uit de kelder. Ze zet kerstbomen neer en begint ze aan te kleden. Zonder plan. Ze begint gewoon en blijft bezig tot ze klaar is – al is ze eigenlijk nooit écht klaar. Ieder jaar is het weer anders. “Anders blijven de mensen niet komen kijken,” legt ze uit. Anita laat me haar oudste pronkstuk zien: een zwaan voor in de kerstboom, nog van haar oma en uit de jaren ’20.
Ze heeft ook Ajeko-kerstballen met een glazen oogje. Deze werden gemaakt tussen 1930 en 1950 en hebben een grote verzamelwaarde voor liefhebbers van kerstversieringen. “Tegenwoordig kost zo’n bal al snel € 75,00,” zegt Anita, “maar dat geef ik er niet voor. Het moet wel leuk blijven.” Laatst vond ze bij de kringloop wat oude vogeltjes. “Ze waren niet meer heel, maar dat maakt niet uit, want ze zijn gewoon leuk.” Thuis bleek tot haar verbazing dat een van de vogeltjes paste op een oude kerstbal in de vorm van een huis. “Dan heb ik gewoon weer een schat,” lacht ze. Ze heeft inmiddels een mooie en kostbare verzameling, maar blijft nuchter. “Het kan gewoon kapotvallen, hè?” Terwijl ik blijf rondkijken, val ik van de ene verbazing in de andere. Steeds zie ik weer iets nieuws. Op tafel ligt een bijzonder tafellaken, een pronkstuk. De dames van de welfare in Ulicoten hebben dit tafelkleed voor haar geborduurd (en ze zijn nog met een tweede bezig).
Ook hebben ze kerstmutsen gebreid voor op de beuken in de voortuin en de lapjes voor de lapjeskerstboom gemaakt. Het onderstel van de boom heeft iemand anders voor haar gemaakt. Dit is ook het mooie van Ulicoten: Anita’s passie wordt zo een passie van het hele dorp. Tijdens de opening van haar Kersthuis zijn er ook twaalf vrijwilligers actief, zodat Anita zelf alleen maar hoeft te shinen – en daar heeft ze dan ook haar best op gedaan. Steeds als ik dacht dat ik alles wel gezien had, ontdekte ik weer iets nieuws. De hele oude beeldbuistelevisie van haar man Ad was bijvoorbeeld veranderd in een kerststal met gehaakte kerstfiguren. “Dat heeft dan weer iemand even voor me gehaakt,” lacht Anita. Ze wijst ook een oud wijnrek aan, dat nu een piekenboom is geworden. Uiteraard vraag ik nog even wanneer ze het weer opruimt. “Meteen na Kerst,” lacht Anita, “want dan heb ik er al drie maanden tegenaan gekeken, hè?” Opruimen doet ze in een week. Alles wordt keurig ingepakt en weer terug in de kelder gezet, zodat er weer ruimte is voor haar andere verzamelingen, waaronder Droste-blikjes, zwarte-katservies, hondjes en nog veel meer.
Eén ding is me wel duidelijk: Anita’s creativiteit kent geen grenzen, en daardoor is de aankleding van haar oude pastorie meer dan uniek. Als ik naar huis ga, zie ik Bets staan kijken. Bets was even in de kapel kaarsjes gaan branden. Trots vertelt ze me dat ze bij de welfare zit en dat ze Anita geholpen hebben. Ze wilde een foto maken van de kerstmutsen op de beuken. Het maken van de foto’s lukte niet. Dus kon ik Bets nog even helpen en haar vertellen dat het tafelkleed prachtig was geworden.