Er zijn nog steeds Chamenaren die een stofjas dragen, maar niet zo veel meer. Ooit was dat wel anders. Chaamse mannen droegen zo’n halflange jas over hun dagelijkse kleren zodat die niet vuil werden. Lekker makkelijk die stofjassen. Dan was omkleden niet nodig als je nog op stap moest.

Door Berry van Oers

Grijsblauw

Kees de melkboer droeg een stofjas, maar ook Jan die vogeltjeszaad verkocht. Harrie van de benzinepomp had er ook altijd eentje aan, meestal een grijsblauw exemplaar. De meester droeg thuis ook een stofjas. Onze overbuurman trok zo’n zelfde soort jas aan als hij zijn patiënten ontving, maar dan wit met in het zakje links boven altijd een balpen.

Duivenmelkers

De duivenmelkers in de stalkeuken van opa droegen ook stofjassen. Je had ze in kaki, groen, blauw en grijs. De duivenmelkers hadden altijd een blauwe stofjas aan. Daar zat een tactiek achter. Wanneer je altijd een stofjas draagt in dezelfde kleur dan zie je er altijd hetzelfde uit voor de duiven. “De dufkes raoken daor aon gewòòn en asse oew dan zien vallen ze metèèn op de klep”, legde ome Pietje uit. Hij was nooit lang van stof.

Hoedje

Op een keer mochten we mee om een duif te kopen van een duivenmelker uit Merksplas. Hij heette Sjarel en hij droeg ook een stofjas maar dan met een hoedje erbij, zo eentje van skaileer met een gleufje van boven. Sjarel was verknocht aan zijn stofjas. Hij ging er mee naar bed en hij stond er mee op. Een duivenmelker sterft niet in het harnas maar in een stofjas. Toen hij stierf zeiden ze: “Hij is tot stof wedergekeerd.”

Motten

Ook de dresscode van Dorus bestond uit een stofjas, hoewel hij geen duiven melkte. We keken er elke zaterdagavond op de televisie naar. In zijn kaki stofjas woonden twee motten. “Ze wonen er pas die dotten van motten in mijn oude jas”, zei Dorus. Lang nadat hij was overleden trok Lamme Frans ook een stofjas aan, een blauwe, zo eentje met een omslag om het middel en een drukknopje.

Schort

Wanneer pa zijn stofjas aantrok wisten we hoe laat het was. Dan ging hij aan de gang in zijn schuurtje. Er stonden dan geen zware klussen op de agenda, want anders had hij wel een overall aangedaan. Ma droeg geen stofjas maar een schort, eigenlijk een stofjas voor vrouwen. Zo eentje met lange mouwen en een ceintuur. Ze had ze in meerdere designs, meestal met gebloemde motieven. Alleen op zondag droeg ma een witte gesteven schort. Pa niet, want mannen droegen in die tijd geen schorten. Op zondag mocht hij trouwens ook geen stofjas aan, eigenlijk een schort voor mannen.

Wilgen

De meeste melkboeren, slijters, bakkers, vogeltjeszaadverkopers, groenteboeren en pompbedienden van nu dragen geen stofjas meer. Steeds meer Chaamse stofjassendragers hingen hun stofjas aan de wilgen en wierpen hun stoffige imago van zich af. Sjanneke hield sowieso niet van mannen in een stofjas. “Ge wit ommes nie wa ze er onder aon hebben”, zei ze.

Stof

Niettemin zijn de voordelen van het dragen van een stofjas talrijk. Je kunt er mee door het stof gaan. Je overhemd blijft schoon. Wanneer je een stofjas uitdoet sta je meteen in het nette pak. Bovendien trek je stofjassen gemakkelijk aan en uit. Geen gehannes zoals met een overall. Toch zijn de stofjassen langzaam verdwenen, zonder dat we er erg in hadden. Dat geeft op z’n minst stof tot nadenken.