Afgelopen dinsdag 1 oktober was het wereldkoffiedag, ooit uitgeroepen door de Internationale Koffie Organisatie (ICO). Bij ons thuis was het elke dag koffiedag. Gasten kwamen bij ons niet op visite maar op de koffie. Ma noemde ze geen gasten maar ‘koffiedrinkers’ en in plaats van ’welkom’ zei ze: ”De koffie staot klaor!”
Door Berry van Oers
Koffieleuten
Ma maakte het even samen buurten extra gezellig met een kopje koffie. Zo bracht ze heel wat Chamenaren bij elkaar. Ma trakteerde iedereen op koffie, zoals op woensdagochtend wanneer de tantes langskwamen nadat ze op de markt waren geweest. Koffieleuten waren dat. Ze dronken echte koffie. Espresso, Cappuccino en Latte Macchiato waren aan hen niet besteed.
Drap
Het ‘bakske’ koffie van ma was beroemd. Niet te sterk en niet te slap maar er net tussen in. Ook tante Sjo uit Merksplas kon goed koffie zetten. Maar ze noemde een koffiekopje geen ‘bakske’ maar een ‘taske’. In sommige ‘taskes’ zaten scheurtjes. ‘Det komt omdat munne koffie zo sterk is”, legde Sjoke uit. De drap van de koffie strooide ze uit in de tuin. “Dan hek ginne last nie mir van slakken en katten in munnen hof”, zei ze.
Cafeïnevrij
Op dinsdagavond kwam Naontje langs om koffie te drinken omdat ‘zulliën Koos’ dan altijd naar de vergadering van de Boerenbond moest. Marie sloot vaak aan, omdat ‘hullie Jantje’ dan naar ‘Achter het Nieuws’ keek. Marie dronk trouwens op het laatst alleen nog maar cafeïnevrije koffie. “Hoge bloeddruk”, zei ze. Haar Jantje had daar geen last van en nam zelfs voor het slapen gaan nog wel eens een kopje koffie.
Principe
Teke werkte bij de koffiebranderij en was expert. Hij had een hekel aan cafeïnevrije koffie. “Det is ommes gin koffie, want koffie is koffie omdat er cafeïne in zit”, legde Teke uit. Datzelfde principe paste hij ook toe op alcoholvrij bier. Kiske nam dat principe graag over. Voordat hij het café uitrolde dronk hij altijd een paar kopjes zwarte koffie en zwalkte dan op zijn Zündapp naar huis.
Gebruiker
De duivenmelkers in de stalkeuken van opa bespraken de Chaamse dorpspolitiek graag onder het genot van een kopje koffie. “Tis gin zuivere koffie”, volgens Fraas. “Tis koffiedik kijken”, zei Jan dan. Nolleke was verslaafd aan koffie. “Ik ben een gebruiker, zonder de suiker”, vertelde hij. Hij dronk alleen eerlijke koffie van de Wereldwinkel. “Dan krijgen de koffieboeren wat ze verdienen”, legde hij uit.
Pruttelen
Wij hadden een koffiemolen waar ma de koffiebonen mee tot gruis maalde. Dat gaf meteen al een lekkere geur. De molen hing aan de muur met een draaihendel en een glazen bakje eronder om de gemalen koffie in op te vangen. Daarna kookte ma het water en deed de gemalen koffie in de percolator en zette de koffiepot achter op het fornuis om te ‘pruttelen’.
Koffietafel
Om de koffie op smaak te brengen deed ma altijd een schepje peekoffie van Buisman in de koffiepot. Als de koffie dan ‘doorgedruppeld’ was riep ze: “Koffietijd!” Pa schoof dan meteen aan. “Zolang we mar nie uitgenodigd worren veur de koffietafel”, zei hij altijd. “Des nie te hopen”, zei ma dan.