Op 15 januari vertrekt de 14-jarige Noa Frank naar Zuid Korea voor de Jeugd Olympische Spelen. De in Baarle-Hertog wonende Noa komt uit voor het Jeugd Olypmische team. Noa vertelt enthousiast; al vanaf haar vierde komt ze op de ijsbaan en terwijl haar vader haar leerde schaatsen zag ze ijshockey en raakte erdoor gefascineerd. Haar vader die zelf ook altijd geijshockeyd had, stimuleerde haar en Noa werd lid bij IJshockeyvereniging Yeti’s in Breda. Twee keer per week traint ze daar en op zaterdag speelt ze een wedstrijd.
Door Claudi Olieslagers
Daar komt nu nog een keer trainen in Dordrecht bij voor het Jeugd Olympische Team. Zelf noemt Noa het nog een beetje een droom. Want met nog drie andere teamgenoten was ze gescout. Maar dat je gescout bent, wil nog niet zeggen dat je bij de selectie hoort. Vorige week kreeg ze te horen dat ze als enige uit haar team uit mag komen voor Nederland!
Hard en snel
Noa vertelt enthousiast over ijshockey en noemt het de snelste teamsport ter wereld. ”Je moet goed op de puck letten, want die gaat hard en snel. Bij de Olympische spelen hebben ze een nieuwe concept. Ze gaan 3 tegen 3 spelen op een derde van een normaal veld. Dus moet je nog beter opletten. Een wedstrijd ijshockey duurt drie keer 20 minuten zuivere speeltijd. Dus als het spel geregeld stil moeten worden gelegd, wordt dat er gewoon weer achteraan geplakt.”
Center
Noa speelt ’Center’ en wisselt ongeveer iedere minuut af met een andere Center speler. Alles gaat heel snel en het pak dat Noa aan heeft, weegt zo’n 15 kilo denkt ze, dat kost ook energie. Haar vader is assistent coach bij Yeti’s en zorgt dat ze naar trainingen kan en naar wedstrijden. Op dinsdag moet ze eerst in Dordrecht trainen en dan nog in Breda. Noa zit in de derde van La Salle, waar haar klasgenoten het ook wel heel erg bijzonder vinden. Uiteraard moet school soms wel eens wijken, maar topsport is offers brengen. Noa vertelt dat ze nog wel gewoon kind mag zijn en ook leuke dingen mag doen. Als ik haar vraag wat ze graag doet buiten ijshockey zegt ze ”lekker schaatsen”. Dit zegt al genoeg, Noa en ijs horen blijkbaar bij elkaar. ”Ik vind het ook leuk om te gamen hoor,” zegt ze nog snel.
Gevaarlijk spel
Na het interview moet Noa naar Tilburg om een wedstrijd te spelen. Voor Yeti’s zit ze in een gemengd team, maar met die pakken zie je niet of het een jongen of meisje is. Maar dat maakt ook niet uit, je moet spelen. Bij het ijshockey spelen wordt ook wel eens gestraft, ik zal het maar gevaarlijk spel noemen. Noa noemt uiteraard allerlei Engelse termen. En ook Noa is niet vies van af en toe proberen haar tegenstander uit te schakelen.
De komende tijd zal ze goed voor zichzelf moeten zorgen. Want ze is nu zo dicht bij de Olympische spelen dat ze moet proberen niet geblesseerd te raken.
Passie
Mooi om te zien hoe iemand op zo’n jonge leeftijd al zoveel passie heeft. We wensen Noa en haar team dan ook heel veel succes, maar ook plezier. Want dit wordt een ervaring om nooit te vergeten. Noa en ik spreken af dat ik begin februari gewoon nog een keer naar haar thuis kom en dat ze dan vertelt over haar belevenis in Zuid Korea en wie weet zit ik dan wel tegenover iemand die de Olympische Spelen heeft gewonnen. Daar gaan we wel vanuit want je moet er zelf in geloven!